Ateliermuseum Jac Maris

Historie

Voorjaar 1936 (?) met het beeld 'De Jongeling' Het oorspronkelijke blokhuis bestond alleen uit het huidige grote atelier.
Het is een vierkante constructie met een verhoogd tentdak dat gedragen wordt door decoratief bewerkte houten kolommen.
Vroeger had het een rieten dak en waren de muren van rondhouten stammen, zoals op een oude foto nog is te zien.

Circa 1950 met het kunststenen Ardenner paard

Dankzij onderzoek van Tini Martens, weten we dat het huis is gebouwd in opdracht van Staatsbosbeheer als expositiepaviljoen voor de Nationale en Internationale Landbouwtentoonstelling van Den Haag in 1913.
Architect was de Haagse ingenieur Joseph Limburg (1864-1945).
Na afloop van die tentoonstelling werd het gekocht door de markante Heumense grootgrondbezitter Jan J.Luden (1877-1935), die het plaatste in de Looistraat bij Heumen.
In 1924 verkocht Luden het huis, met alle grond die erbij hoorde aan de gemeente Heumen.
Die verhuurde in 1925 het gebouw aan de heer P.H.Pansier.

2010 met het bronzen Hackney paard

In 1926 zag Maris het blokhuis en wilde er direct wonen.
Door de lichtval en ruimte was het uitermate geschikt als kunstenaarsatelier en bovendien herinnerde het huis hem aan het houten huis in Brazilië waarin hij van ca 1907 tot 1911 gewoond had.
Overigens was het er aanvankelijk zeer primitief wonen.
Er was geen gas-, water- en electriciteitsaansluiting, en de kleden tegen de wanden moesten voorkomen dat de wind al te vrij door de kieren in het hout waaide.
In 1927 kreeg Maris een krediet van de gemeente Heumen om achter woonruimte aan te bouwen.
In 1936 mocht hij bovendien in de tuin een oven bouwen.
In de voortuin plaatste hij grote beelden (zie de foto's).
Het beeld van de jongeling op de foto van circa 1937 heeft onze conservator Leo Ewals lang geïntrigeerd, om verschillende redenen. Eerst was er het probleem van de datering. Dat heeft hij min of meer opgelost toen hij in het Rotterdamsch Nieuwsblad een foto vond van een tentoonstelling in Amsterdam uit 1933. De kop op de foto lijkt op de kop van het beeld.
Aangezien in 1938 het Ardenner-paard is gemaakt dat op de volgende foto in de voortuin staat, is de stoere jongeman toen verhuisd of verloren gegaan.
Wie weet komt hij ooit nog eens boven water om zijn ware identiteit te onthullen.

 (uitsnede Jongenskop)
Uitsnede foto Rotterdamsch Nieuwsblad 10-05-1933

In 1940 kon Maris het huis kopen van de gemeente en in 1941 kreeg hij toestemming voor een ingrijpende verbouwing.
Hij verving het rieten dak door een overkapping met dakpannen die hij in Druten bij Dericks en Geldens kocht (hij was dus nu 'onder de pannen').
De houten stammetjes verving hij door grote bakstenen, de zogenaamde kloostermoppen, die hij kocht bij de steenfabriek van Van der Kun in Afferden (Limburg).

2015 met de epoxy Stier

Na de oorlog, in 1959, heeft Maris aan de tuinzijde een ruime woonkamer gebouwd, die hij voorzag van een grote schouw met open haard.
In 2000, toen het blokhuis museum werd, is men begonnen met de woonruimte voor de beheerder.

Bel ons