Het Marishuis is weer geopend! En we zijn meteen begonnen met een nieuwe bijzondere tentoonstelling. Getoond wordt het werk van Jac Maris uit de crisisjaren; deels uit eigen collectie, deels uit de particuliere collectie van dhr. Martinus Martens.
In 1923 werd Maris 23 jaar. Hij trouwde, zette een reclamebureau op en dacht aan een goed leven te beginnen. Een jaar later echter werd zijn bureau failliet verklaard. Hij kon de huur van zijn huis aan de Jacobslaan niet meer betalen en verhuisde van Nijmegen naar een omgebouwde boerenschuur in het dorp Heumen. De tijd zat ook tegen: tussen de twee wereldoorlogen was het crisistijd. Hoe kwam de jonge kunstenaar deze uiterst moeilijke jaren door?
Maris zat niet bij de pakken neer. Hij exposeerde om zijn werk te kunnen verkopen en werd lid van kunstenaarsverenigingen in Nijmegen, Amsterdam en Maastricht. Als kleinzoon van de beroemde Jacob Maris van de Haagse school had hij zijn naam mee. Hij kreeg opdrachten van de kerk en van particulieren. Hij maakte een kruiswegstatie voor een kruiswegpark dat Titus Brandsma in Dokkum liet aanleggen en hij werkte voor de Nijmeegse kunsthandel Sier Uw Huis op de Berg en Dalseweg en voor kunsthandelaren elders in het land. Het museum geeft een interessant beeld van het leven van een kunstenaar in het interbellum, de jaren tussen de twee wereldoorlogen.
Tijdens de inrichting van de tentoonstelling ontvingen we een mooie aanwinst die we direct een plek konden geven bij de geëxposeerde werken: een tekening uit 1932 geschonken door de familie Rijk.
De tentoonstelling wordt begeleid door een mooi vormgegeven boek, ook te bestellen via deze website.
